Blogs Twee loopbanen in de bouwsector

Lars en Ben werken in de bouw. Lars is 22 jaar: zoon van een elektriciën. Hij werkt en leert voor eerste monteur elektro-installaties. Ben is 53 jaar, heeft een vrouw en drie kinderen. Hij is timmerman in de kleine bouw: aanbouwen en dakkapellen voor particulieren en zo. Lars en Ben verschillen in leeftijd, opleiding en ervaring. Allebei leren ze van elkaars generatie. Hoe beïnvloeden verwachting en ervaring hun visie op het vak? Vanuit twee verschillende generaties kijken we naar het werk in de bouw.

In het diepe

‘Pech, veel pech… Maar ik blijf volhouden. Mezelf in het diepe gooien, want daar leer ik het meeste en het beste van,’ aldus Lars. ‘Kijk: als ik de dingen zelf doe en het gaat verkeerd, dan moet ik ook zélf de problemen oplossen. De praktijk is daardoor heel anders dan de theorie – en vooral ook heel veel leerzamer.’

Lars, bijna 23 jaar oud, deed VMBO Elektrotechniek, gevolgd door een tweejarige MBO- opleiding Monteur elektrotechnische installaties. Hij werkt nu drie jaar, maar leert ook nog steeds: voor eerste monteur elektro-installaties. Zijn ‘pech’ bestond eerst uit een gebrek aan werkplekken – het was crisis. ‘Toen ik eindelijk werk had, werd ik vanwege bezuinigingen eruit gekickt. Daarna toch weer naast het leren aan de slag, maar… een scooterongeluk. Al met al was ik er heel wat jaren mee bezig.’

Gelijk aan de slag

Ook Ben, 53 jaar, is al heel wat jaartjes bezig – en dan vooral met werken. ‘Ik ging naar de LTS, maar had geen idee wat ik wilde. Ja, met mijn handen werken, dat wist ik wel,’ vertelt hij. ‘Op mijn zeventiende ging ik gelijk aan de slag. Na een paar jaar stapte ik als chauffeur op de vrachtwagen. Dat bleek stress. Ik was bijna niet thuis en zo, kreeg toch verkering… Dus na een jaar of twee: terug de bouw in! Maar zonder de nodige papiertjes. Dus toen ik ging solliciteren, zei ik: “Ik hoef toch niks met papier te maken, maar met mijn handen?” En ze namen me aan.’

‘Papiertjes’ halen

De waarde van een ‘papiertje’ lijkt tegenwoordig belangrijker dan in Bens jongensjaren. Lars is dan ook vastbesloten. ‘Ik wil mijn volgende diploma halen: eerste monteur,’ zegt hij. ‘Dan wil ik zelfstandig monteur worden met een eigen bus. Volgende stap: leermeester, andere jongens opleiden. De studie moet ik zelf doen en zelf betalen, maar dat is prima. Een papiertje betekent uiteindelijk immers ook meer geld.’

Leermeester

Ben is zelf zo’n leermeester. ‘Ik heb daar ooit een cursus voor gedaan, waar ik nu om de twee jaar voor terugkom. In de loop van de tijd heb ik een stuk of vijf leerlingen gehad. Nu heb ik er bijvoorbeeld ook een bij me lopen. Wat zo leuk is: sommigen van hen blijven hangen, anderen zie ik terug. Zo is er eentje voor zichzelf begonnen. Die jongen was alleen maar werken, werken, werken. Heeft nu in Driebergen een eigen doe-het-zelfzaak opgezet. Al ben ik leermeester: sommige van die jongens hebben meer kennis dan ik. Ze leren mij dan ook veel bij: dingetjes handig uitrekenen en zo. Dat vier dagen werken en een dag naar school wat je tegenwoordig hebt, vind ik ook wel een heel mooi systeem.’

Verschil in kennis

Nu zijn ‘pech’ achter de rug is, rijdt Lars inmiddels op een bus met steeds een ervaren collega. Iemand zoals Ben, dus. ‘Tussen mij en die oudere mannen zit veel verschil in kennis, ervaring, trucjes… Ze doen de dingen vaak een stuk sneller en handiger dan ik,’ erkent Lars. ‘Soms is het werk heel nauwkeurig, dan weer vooral zwaar. Voor dat laatste hebben de oudere collega’s een oplossing gevonden. Ze sturen mij bijvoorbeeld de krappe kruipruimtes in. Ha, ha, dat doe ik graag!’

Vroeger en nu

‘Tegenwoordig beginnen de jongens pas op hun 22ste of zo. Ik ben op mijn 17de  begonnen en straks heb ik er misschien wel vijftig dienstjaren opzitten,’ aldus Ben. ‘Terwijl ik eerst dacht op mijn vijftigste klaar te zijn. Da’s dus even niet gelukt… Verschil met toen? Tegenwoordig moet alles sneller klaar en zit er veel meer druk achter het werk. Nou ja, vooral bij de grote projecten dan. Een halve eeuw is een aardige ruk, maar in de kleinbouw red je het wel tot je 67ste. Ik word trouwens wel trager. Want hé: dat gaat Ben niet allemaal meer bijbenen.’

Toekomst in de bouw

De toekomst in de bouw? Die ziet Lars wel zitten met zijn eigen bus en zo. ‘En als er ooit robots komen,’ zegt hij, ‘dan kunnen die het werk toch niet van me overnemen. Intussen worden de materialen steeds beter, gemakkelijker, soepeler en lichter. Het zware werk valt dus wel mee…’

En zou het toch eens tegenzitten, dan weet Ben wat er moet gebeuren. ‘Zorg altijd dat het leuk blijft en dat je goed met elkaar omgaat,’ adviseert hij. ‘Zo ben ik eigenlijk niet van het vissen, maar toch heb ik altijd twee hengeltjes achter in de auto liggen. Voor in de pauze, met de jongens. Ben ik goed voor hen, dan zijn ze goed voor mij. Daarom: hou het gezellig, voel je gewaardeerd, dan is en blijft het écht leuk in de bouw!’

Reactie van de loopbaancoach: Janet Knoop

Er zitten heel wat jaren tussen de start van de loopbaan van Ben en Lars. Waar de een nog aan de slag kon zonder diploma’s, moet de ander moeite doen om gekwalificeerd de arbeidsmarkt te betreden. En toch klinkt er voor mij ook gelijkheid in door: leren van elkaar, van collega’s. Niet alleen de jongere die veel opsteekt van de ervaren werknemer, maar ook de oudere die openstaat voor de kennis van de nieuwe. Zo maak je het werk samen en benut je elkaars kennis en kwaliteiten. Het investeren in de samenwerking, waar Ben het over heeft, zie ik als een belangrijke les. Bespreek eens iets anders dan alleen werkzaken; doe eens iets samen buiten het werk om. Zou krijg en houd je meer plezier in je werk!



Over de schrijver

Siebe Huizinga schrijft en publiceert boeken over de baanbrekende visies en opmerkelijke prestaties van ondernemende personen. Elke loopbaan, vindt hij, zegt veel over iemands keuzes, kwaliteiten en karakter. Loopbaanbegeleiding kan daarbij helpen het beste uit jezelf te halen. In zijn interviews voor James Loopbaan komen mensen van twee verschillende generaties zelf aan het woord: over zichzelf en hun werk; hun ervaringen, verwachtingen, kansen en teleurstellingen.